RvdW 2007, 504
Vordering tot vernietiging arbitraal vonnis. Art. 1065 lid 1 sub e Rv; maatstaf; schending recht van hoor en wederhoor.
HR 25-05-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA2495
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 mei 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/037HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BA2495
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA2495, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑05‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA2495, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2005
- Wetingang
Essentie
Vordering tot vernietiging arbitraal vonnis. Art. 1065 lid 1 sub e Rv; maatstaf; schending recht van hoor en wederhoor.
Niet iedere schending van een in de arbitrageprocedure geldende procedureregel behoeft te leiden tot vernietiging van het arbitrale vonnis. Zelfs indien schending van procedureregels ertoe leidt dat sprake is van strijd met de beginselen van een goede procesorde, moet art. 1065 lid 1 sub e Rv naar zijn aard met terughoudendheid worden toegepast. Voor een terughoudende toepassing van deze bepaling is echter geen plaats wanneer moet worden geoordeeld dat bij de totstandkoming van het arbitrale ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.