JOL 2007, 354:Vordering tot vernietiging arbitraal vonnis. Art. 1065 lid 1 sub e Rv.; maatstaf; schending recht van hoor en wederhoor. Niet iedere schending van een in de arbitrageprocedure geldende procedureregel behoeft te leiden tot vernietiging van het arbitrale vonnis. Zelfs indien schending van procedureregels ertoe leidt dat sprake is van strijd met de beginselen van een goede procesorde, moet art. 1065 lid 1 sub e Rv. naar zijn aard met terughoudendheid worden toegepast. Voor een terughoudende toepassing van deze bepaling is echter geen plaats wanneer moet worden.geoordeeld dat bij de totstandkoming van het arbitrale vonnis is gehandeld in strijd met het fundamentele recht van hoor en wederhoor, nu dit recht in een arbitrale procedure immers niet van mindere betekenis is dan in een procedure voor de overheidsrechter.