JOL 2007, 300:WTBZ; verzet op de voet van art. 25; onteigeningszaak; vast recht; toepasselijkheid art. 2 lid 3 sub f. In een onteigeningszaak strekt de eis tot onteigening en bepaling van het door de onteigenende partij te betalen bedrag der schadeloosstelling en niet ‘tot betaling van een bepaalde geldsom’. Bij de vaststelling van de hoogte van het griffierecht is derhalve het tarief voor ‘alle andere gevallen’ als bedoeld in art. 2 lid 3 sub f WTBZ van toepassing.