RvdW 2007, 472
Invordering. Cassatieberoep van tussenarrest; niet-ontvankelijkheid. Nu het hof niet anders heeft bepaald en het niet gaat om een geval waarin art. 75 lid 1 Rv van toepassing is, kan het beroep in cassatie tegen het arrest van het hof, dat is aan te merken als een tussenarrest, slechts tegelijk met dat van het eindarrest worden ingesteld.
HR 27-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8744
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 april 2007
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/091HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AZ8744
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ8744, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ8744, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑04‑2007
Essentie
Invordering. Cassatieberoep van tussenarrest; niet-ontvankelijkheid.
Nu het hof niet anders heeft bepaald en het niet gaat om een geval waarin art. 75 lid 1 Rv van toepassing is, kan het beroep in cassatie tegen het arrest van het hof, dat is aan te merken als een tussenarrest, slechts tegelijk met dat van het eindarrest worden ingesteld.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
De Ontvanger van de Belastingdienst Oost-Brabant/kantoor Eindhoven (voorheen: de ontvanger van de belastingdienst/ ondernemingen Eindhoven), te Eindhoven, verweerder in cassatie, adv. mr. M.J. Schenck.