JOL 2007, 254:Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling; afwijzingsgrond van art. 288 lid 1 sub b F.; strekking; maatstaf. De afwijzingsgrond van art. 28 lid 1. sub b F. betreft vooral een toetsing van de (toekomstige) goede trouw van de schuldenaar. De bepaling laat niet toe dat de rechter het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afwijst enkel op de grond van de verwachting dat de schuldenaar zal tekortschieten in de nakoming van zijn verplichtingen als gevolg van omstandigheden die hem niet kunnen worden toegerekend.