JOW 2007, 20
wederrechtelijk verkregen voordeel; draagkracht
HR 27-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ7747
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 2007
- Magistraten
Koster, Balkema, Van Dorst, De Savornin Lohman, Van Schendel
- Zaaknummer
01574/06P
- LJN
AZ7747
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ7747, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ7747, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2006
- Wetingang
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; draagkracht
Samenvatting
In beginsel dient de draagkracht aan de orde te worden gesteld in de excutiefase. Daarbij geldt niet meer de voorheen bestaande beperking dat de omstandigheden waarop de betrokkene zich beroept, zich na de uitspraak in het ontnemingsgeding moeten hebben voorgedaan of dat deze de rechter ten tijde van de uitspraak niet of niet volledig bekend waren (vgl. HR 31 mei 2005, LJN AT2729, NJ 2005, 408). In het ontnemingsgeding kan de draagkracht alleen dan met vrucht aan de orde worden gesteld indien aanstonds duidelijk is dat de betrokkene op dat moment ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.