JOL 2007, 197:Ontzegging omgang voor onbepaalde tijd aan ouder bij gezamenlijk gezag? Bij gezamenlijke gezagsuitoefening is een tijdelijke schorsing van de uitoefening van het omgangsrecht mogelijk op de voet van art. 1:253a BW doch aan een ouder die gezamenlijk met de andere ouder het gezag uitoefent, kan niet het recht op omgang voor onbepaalde tijd worden ontzegd. 's Hofs overweging dat omgang ‘op dit moment en de nabije toekomst’ in het belang van de kinderen niet wenselijk is, kan niet worden aangemerkt als een beperking in de tijd.