RvdW 2007, 339
Executiegeschil over arbitraal vonnis; misbruik van executiebevoegdheid?; taak rechter. Ontvankelijkheid beroep i.g.v. rechtsopvolging onder algemene titel.
HR 23-03-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ5441
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 maart 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/328HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AZ5441
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ5441, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ5441, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑11‑2005
- Wetingang
Essentie
Executiegeschil over arbitraal vonnis; misbruik van executiebevoegdheid?; taak rechter. Ontvankelijkheid beroep i.g.v. rechtsopvolging onder algemene titel.
In een executiegeschil betreffende een in kracht van gewijsde gegaan arbitraal vonnis is geen plaats voor een nieuwe beoordeling van het geschil.
Bij het instellen van een rechtsmiddel mag een partij in beginsel afgaan op de van haar wederpartij in de vorige instantie verkregen informatie omtrent de rechtsopvolging en de hiermee gepaard gaande wijzigingen in de tenaamstelling hangende de instantie. Thans eiseres tot cassatie is derhalve ontvankelijk in haar beroep tegen thans verweerster sub 1. Dit geldt ook voor het beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.