RvdW 2007, 303
Alimentatie gewezen echtgenoten. Limitering (gefaseerde beëindiging); ‘oud geval’; maatstaf; motiveringseisen; financiële positie alimentatieplichtige. Beding van niet-wijziging; toepasselijkheid art. Ⅱ lid 4 WLA. Verlengingsverzoek; toepasselijkheid art. Ⅱ lid 2 WLA.
HR 16-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ7907
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 maart 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R06/058HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AZ7907
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ7907, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ7907, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑03‑2007
Beroepschrift, Hof 's-Gravenhage, 08‑05‑2006
- Wetingang
BW art. 1:401 lid 2; Wet 28 april 1994 Stb. 324 art. Ⅱ
Essentie
Alimentatie gewezen echtgenoten. Limitering (gefaseerde beëindiging); ‘oud geval’; maatstaf; motiveringseisen; financiële positie alimentatieplichtige. Beding van niet-wijziging; toepasselijkheid art. Ⅱ lid 4 WLA. Verlengingsverzoek; toepasselijkheid art. Ⅱ lid 2 WLA.
Nu de man naar eigen zeggen beschikt over een vermogen van in ieder geval € 1.500.000 terwijl vaststaat dat de vrouw maar met moeite kon rondkomen toen de man haar een aantal maanden geen alimentatie betaalde, is zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk dat het hof tot het oordeel is gekomen dat de gefaseerde definitieve beëindiging van de alimentatie voor de vrouw niet van zo ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.