RvdW 2007, 302
Alimentatie gewezen echtgenoten. Verzoek limitering (gefaseerde beëindiging); ‘oud geval’; maatstaf; motiveringseisen; financiële positie alimentatieplichtige.
HR 16-03-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ0617
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 maart 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R06/014HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AZ0617
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ0617, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ0617, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2006
- Wetingang
Wet 28 april 1994 Stb. 324 art. Ⅱ lid 2
Essentie
Alimentatie gewezen echtgenoten. Verzoek limitering (gefaseerde beëindiging); ‘oud geval’; maatstaf; motiveringseisen; financiële positie alimentatieplichtige.
De omstandigheid dat de alimentatieplichtige in een zodanige financiële situatie verkeert dat hij (ook in de toekomst) zonder enig probleem kan blijven betalen, in combinatie met de overige omstandigheden van het geval, kan meebrengen dat ook een gefaseerde verlaging van de alimentatieplicht en een definitieve beëindiging daarvan op termijn van zo ingrijpende aard zijn dat deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van de alimentatiegerechtigde kunnen worden gevergd. De financiële situatie van de alimentatieplichtige behoort dan ook tot de omstandigheden die de rechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.