JOL 2007, 194
Geen doorbreking appelgrens van art. 332 lid 1 Rv. Uitbreiding cassatiegronden art. 80 lid 1 RO: schending fundamentele rechtsbeginselen (hoor en wederhoor; gelijke behandeling). Verplichting uitstellen comparitie wegens verblijf in buitenland? Schending van fundamentele rechtsbeginselen, zoals het beginsel van hoor en wederhoor, is geen grond voor doorbreking van de appelgrens van art. 332 lid 1 Rv. De uitsluiting van doorbreking van deze appelgrens is evenwel slechts aanvaardbaar indien in het cassatieberoep op de voet van art. 80 lid 1 RO ruimte wordt geboden voor klachten over schending van fundamentele rechtsbeginselen. Die ruimte acht de Hoge Raad aanwezig. Gelet op de ontwikkelingen op het gebied van de fundamentele beginselen van procesrecht moet in het kader van de cassatietoetsing van niet voor hoger beroep vatbare uitspraken van de kantonrechter tevens als cassatiegrond worden aanvaard schending van een zo fundamenteel rechtsbeginsel dat van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak niet kan worden gesproken, zoals het geval is bij het niet inachtnemen van het contradictoire beginsel, waartoe behoort hoor en wederhoor, en van het recht op gelijke behandeling (equality of arms). De omstandigheid dat een partij als verhindering om op een door de rechter bepaalde comparitie te verschijnen opgeeft in het buitenland te verblijven, verplicht de rechter slechts de comparitie met het oog op het mede door art. 6 EVRM gewaarborgde beginsel van hoor en wederhoor uit te stellen indien die omstandigheid plotseling en onverwacht is opgekomen en niet in de risicosfeer van die partij ligt; het enkele feit dat de betrokken partij in het buitenland verbleef, levert geen overmacht op om zelf dan wel bij gemachtigde te verschijnen.
HR 16-03-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ1490
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 maart 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/278HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AZ1490
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ1490, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1490, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑09‑2005
Essentie
Geen doorbreking appelgrens van art. 332 lid 1 Rv. Uitbreiding cassatiegronden art. 80 lid 1 RO: schending fundamentele rechtsbeginselen (hoor en wederhoor; gelijke behandeling). Verplichting uitstellen comparitie wegens verblijf in buitenland?
Schending van fundamentele rechtsbeginselen, zoals het beginsel van hoor en wederhoor, is geen grond voor doorbreking van de appelgrens van art. 332 lid 1 Rv. De uitsluiting van doorbreking van deze appelgrens is evenwel slechts aanvaardbaar indien in het cassatieberoep op de voet van art. 80 lid 1 RO ruimte wordt geboden voor klachten over schending van fundamentele rechtsbeginselen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.