JOL 2007, 151:Arubaanse zaak. Werkgeversaansprakelijkheid; zorgplicht; art. 1614x ABW/art. 7A:1638x (oud) BW; maatstaf; omstandigheden van geval; redelijkerwijs te vergen voorzorgsmaatregelen. Het antwoord op de vraag of een vloer als de onderhavige (een betegelde gangvloer in een hotel) aan alle eisen voldoet die redelijkerwijs daaraan zijn te stellen om te voorkomen dat een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, en eventueel door de overheid gegeven veiligheidsvoorschriften. Het hof heeft niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door in de omstandigheden van het geval (te weten dat het bij mensen die vertrouwd zijn met het klimaat in Aruba, van algemene bekendheid is dat men aldaar terdege met het gevaar van gladheid na regenval rekening moet houden, dat van de werkneemster mocht worden verwacht dat zij daarmee bekend was, dat het uiterlijk van de tegels een extra waarschuwing inhield voor het gevaar van gladheid, en dat de aard van de werkzaamheden meebracht dat de werkneemster over de gangvloer moest lopen op een wijze die bij een ieder in het dagelijks leven kan voorkomen) te oordelen dat onvoldoende is gesteld om te kunnen aannemen dat de werkgeefster de zorgplicht van art. 1614x ABW (=art. 7A:1638x (oud) BW) heeft geschonden. 's Hofs oordeel dat van de werkgeefster redelijkerwijs niet kon worden gevergd bij of na regen direct overal in het hotel waarschuwingsborden te plaatsen, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is ook niet onbegrijpelijk, mede in aanmerking genomen dat het hof heeft vastgesteld dat het bij mensen die vertrouwd zijn met het klimaat in Aruba, van algemene bekendheid is dat men terdege met het gevaar van gladheid na regenval rekening moet houden.