NJ 2007, 240
Samenloop van art. 2:9 BW en 7:661 BW met onrechtmatige daad: exclusieve werking?; reflexwerking?
HR 02-03-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ3535, m.nt. J.M.M. Maeijer (Nutsbedrijf Westland)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 maart 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/336HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AZ3535
- Roepnaam
Nutsbedrijf Westland
- JCDI
JCDI:ADS114750:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ3535, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑03‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ3535, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2005
- Wetingang
BW art. 2:9; BW art. 6:162; BW art. 7:661
Essentie
Samenloop van art. 2:9 BW en 7:661 BW met onrechtmatige daad: exclusieve werking?; reflexwerking?
Art. 2:9 BW en art. 7:661 BW staan niet in de weg aan toewijzing van een op onrechtmatige daad gebaseerde vordering van een vennootschap tegen een bestuurder resp. van een werkgever tegen een werknemer. De beide bepalingen impliceren weliswaar een beperking van de aansprakelijkheid van de bestuurder resp. de werknemer voor schade die zij, kort gezegd, binnen de uitoefening van hun werkzaamheden hebben toegebracht, maar de reikwijdte van die bepalingen is niet beperkt tot vorderingen die zijn gebaseerd op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.