RvdW 2007, 230
Arubaanse zaak. Memorie van grieven tijdig ingediend?; art. 271 (oud) Rv Aruba; onbegrijpelijk oordeel. Devolutieve werking hoger beroep; ontbreken memorie van grieven; nieuwe stellingen en weren.
HR 23-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ6220
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 februari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven
- Zaaknummer
R05/124HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AZ6220
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ6220, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑02‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6220, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2005
- Wetingang
Essentie
Arubaanse zaak. Memorie van grieven tijdig ingediend?; art. 271 (oud) Rv Aruba; onbegrijpelijk oordeel. Devolutieve werking hoger beroep; ontbreken memorie van grieven; nieuwe stellingen en weren.
Onbegrijpelijk oordeel dat de memorie van grieven niet is ingediend binnen de termijn voorgeschreven in art. 271 juncto art. 18a oud) Rv Aruba.
Door het hoger beroep was de zaak in beginsel in volle omvang aan het oordeel van het hof als appelrechter onderworpen en diende het hof, ook bij gebreke van een memorie van grieven, in zijn beoordeling te betrekken hetgeen appellant bij gelegenheid van zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.