RvdW 2007, 204
Merkenrecht. Kort geding. Inbreuk?; taak rechter: beoordeling ‘ex tunc’ of ‘ex nunc’? Beschermingsomvang van bekend, van huis uit niet-onderscheidend beeldmerk (drie-strepenmotief Adidas); dient rekening te worden gehouden met ‘Freihaltnisbedürfnis’ (Chiemsee-arrest van HvJEG)? Hoge Raad stelt aan het HvJEG prejudiciële vragen over art. 3 Eerste Merkenrichtlijn.
HR 16-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AY9707
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 februari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C05/160HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AY9707
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AY9707, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AY9707, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑05‑2005
- Wetingang
Richtlijn 89/104/EEG art. 3
Essentie
Merkenrecht. Kort geding. Inbreuk?; taak rechter: beoordeling ‘ex tunc’ of ‘ex nunc’? Beschermingsomvang van bekend, van huis uit niet-onderscheidend beeldmerk (drie-strepenmotief Adidas); dient rekening te worden gehouden met ‘Freihaltnisbedürfnis’ (Chiemsee-arrest van HvJEG)? Hoge Raad stelt aan het HvJEG prejudiciële vragen over art. 3 Eerste Merkenrichtlijn.
Het antwoord op de vraag of de rechter bij de beoordeling van een vordering die betrekking heeft op inbreukmakend of anderszins onrechtmatig handelen niet alleen de omstandigheden zoals die zich voordeden ten tijde van het gewraakte handelen, maar ook die ten tijde van zijn uitspraak in aanmerking dient te nemen, hangt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.