IER 2007, 44
Industrieel eigendomsrecht Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EG over ‘Freihaltebedürfenis’ inzake kleding die strepen bevat die het merk onderscheiden.
HR 16-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AY9707, m.nt. Ch. Gielen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2007
- Magistraten
Mrs. Beukenhorst, De Savornin Lohman, Numann, Hammerstein en Van Oven
- Zaaknummer
C05/160HR
- Noot
Ch. Gielen
- LJN
AY9707
- JCDI
JCDI:ADS875789:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AY9707, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AY9707, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑05‑2005
- Wetingang
1e EG-Richtlijn aanpassing merkenrecht EG-Lidstaten art. 3 lid 1 onder b en c; 1e EG-Richtlijn aanpassing merkenrecht EG-Lidstaten art. 5 lid 1 onder b
Essentie
Industrieel eigendomsrecht Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EG over ‘Freihaltebedürfenis’ inzake kleding die strepen bevat die het merk onderscheiden.
Samenvatting
De Hoge Raad beslist allereerst dat bij een vordering wegens merkinbreuk en afhankelijk van wat de merkhouder vordert niet alleen de situatie ten tijde van het aanspannen van de procedure maar ook die welke ten tijde van het wijzen van het arrest zich voordoet, moet worden meegewogen. Dat geldt in het bijzonder wanneer de vordering een bevel of verbod van meer algemene strekking behelst dat beoogd wordt na de uitspraak van de rechter voort te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.