RvdW 2007, 181
Wet op de ondernemingsraden. Art. 46d sub b: uitzondering op adviesrecht i.v.m. zgn. politiek primaat; uitzondering op de uitzondering t.a.v. personele gevolgen: reikwijdte.
HR 09-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ1647
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 februari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, P.C. Kop, E.J. Numann, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/025HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AZ1647
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1647, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ1647, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑02‑2006
- Wetingang
WOR art. 46d
Essentie
Wet op de ondernemingsraden. Art. 46d sub b: uitzondering op adviesrecht i.v.m. zgn. politiek primaat; uitzondering op de uitzondering t.a.v. personele gevolgen: reikwijdte.
Bij de onderwerpen die volgens art. 46d, aanhef en onder b, WOR van het adviesrecht van de ondernemingsraad zijn uitgezonderd, geldt de aan het slot van deze bepaling bedoelde uitzondering daarop alleen voor besluiten die strekken tot, of in het bijzonder gericht zijn op, de regeling van personele gevolgen. Het enkele feit dat aan het besluit personele gevolgen zijn verbonden, die op zichzelf ingrijpend kunnen zijn, is niet voldoende om deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.