RvdW 2007, 192
Onrechtmatige daad: doodslag. Vordering nabestaanden op de voet van art. 6:108 BW. Toerekenbaarheid. Ontvankelijkheid cassatieberoep voor zover-gericht tegen wettelijke vertegenwoordigster inmiddels meerderjarig geworden kind slachtoffer. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
HR 09-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4068
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 februari 2007
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/137HR
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
AZ4068
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4068, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ4068, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑02‑2007
Essentie
Onrechtmatige daad: doodslag. Vordering nabestaanden op de voet van art. 6:108 BW. Toerekenbaarheid. Ontvankelijkheid cassatieberoep voor zover-gericht tegen wettelijke vertegenwoordigster inmiddels meerderjarig geworden kind slachtoffer. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiser], wonende te Indonesië, verblijvende te [verblijfplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. A.L.C.M. Oomen,
tegen
- 1.
[Verweerster 1], optredend zowel voor zichzelf als in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigster van haar minderjarige kind [betrokkene 1],
- 2.
[Verweerster 2], beiden wonende te [woonplaats], verweersters in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.