RN 2007, 35
Koop. Dient de betekenis van een kettingbeding uitsluitend aan de hand van de bewoordingen te worden vastgesteld
HR 02-02-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ4410 (NBA/Meerhuysen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 februari 2007
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/313HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AZ4410
- Roepnaam
NBA/Meerhuysen
- JCDI
JCDI:ADS871894:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ4410, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4410, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2005
- Wetingang
BW art. 6:248; BW art. 6:252
Essentie
Dient de betekenis van een kettingbeding uitsluitend aan de hand van de bewoordingen te worden vastgesteld of spelen concrete omstandigheden van het geval een rol?
Samenvatting
NBA, een professioneel belegger in onroerend goed, heeft op een veiling een lidmaatschapsrecht gekocht. Ingevolge de statuten van de coöperatie behoort tot dit lidmaatschapsrecht het recht op het gebruik van de voorzijde van de zolderverdieping (hierna: de zolderruimte). De zolderruimte is ingericht als zelfstandige woonruimte, staat plaatselijk bekend als Courbetstraat 12 Ⅳ voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.