JOL 2007, 73
Onteigening. Inkomensschade door afzien van voorgenomen investering op het onteigende; maatstaf. In haar algemeenheid kan niet als regel van onteigeningsrecht worden aanvaard dat de onteigende de bestemming op het onteigende niet daadwerkelijk zou hebben verwezenlijkt, indien hij op het moment dat voldoende vaststond dat onteigening en bedrijfsverplaatsing onvermijdelijk waren, een vervangende locatie heeft verworven en deze bestemming op die vervangende locatie niet heeft gerealiseerd hoewel daar mogelijkheden bestonden en dat in de lijn van de bedrijfsvoering lag. Bij de beantwoording van de vraag of de onteigende vanwege de naderende onteigening heeft afgezien van een voorgenomen investering op het onteigende komt het aan op alle omstandigheden van het geval, waarbij de omstandigheid dat de onteigende de investering niet heeft gedaan op een door hem verworven vervangen locatie slechts een van de in aanmerking te nemen omstandigheden is.
HR 02-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4603
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 februari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/223HR1442
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
AZ4603
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ4603, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ4603, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑08‑2005
Essentie
Onteigening. Inkomensschade door afzien van voorgenomen investering op het onteigende; maatstaf.
In haar algemeenheid kan niet als regel van onteigeningsrecht worden aanvaard dat de onteigende de bestemming op het onteigende niet daadwerkelijk zou hebben verwezenlijkt, indien hij op het moment dat voldoende vaststond dat onteigening en bedrijfsverplaatsing onvermijdelijk waren, een vervangende locatie heeft verworven en deze bestemming op die vervangende locatie niet heeft gerealiseerd hoewel daar mogelijkheden bestonden en dat in de lijn van de bedrijfsvoering lag. Bij de beantwoording van de vraag of de onteigende vanwege de naderende onteigening heeft afgezien van een voorgenomen investering op het onteigende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.