JOL 2007, 44
Verzoek tot vaststelling Nederlanderschap ex art. 17 RWN. Verkrijging Nederlanderschap van rechtswege op voet van art. 4 RWN: is postnatale erkenning met gerechtelijk bewijs verwekkerschap gelijk te stellen met gerechtelijke vaststelling vaderschap? Antillenzaak. Dezelfde beslissing als in HR 26 januari 2007, Rek-nr. 125/125HR.
HR 26-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ1634
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 januari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/153HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AZ1634
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Staatsrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1634, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ1634, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑01‑2007
Essentie
Verzoek tot vaststelling Nederlanderschap ex art. 17 RWN. Verkrijging Nederlanderschap van rechtswege op voet van art. 4 RWN: is postnatale erkenning met gerechtelijk bewijs verwekkerschap gelijk te stellen met gerechtelijke vaststelling vaderschap?
Antillenzaak. Dezelfde beslissing als in HR 26 januari 2007, Rek-nr. 125/125HR.
Partij(en)
De Staat der Nederlanden, verzoeker tot cassatie, adv. mr. H.A. Groen,
tegen
- 1.
[Vader],
- 2.
[Moeder],
handelende in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van [het kind], verweerders in cassatie, adv. mr. I.W.E. Lansen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 27 juni 2005 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.