RvdW 2007, 101
Executiegeschil; dwangsommen verbeurd?; maatstaf; taak executierechter.
HR 19-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0431
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 januari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R05/104HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AZ0431
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ0431, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑01‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ0431, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑08‑2005
- Wetingang
Rv Ned. Antillen art. 438; Rv Ned. Antillen art. 611a
Essentie
Executiegeschil; dwangsommen verbeurd?; maatstaf; taak executierechter.
Arubaanse zaak. Wanneer in een executiegeschil de vraag moet worden beantwoord of dwangsommen zijn verbeurd, moet de executierechter onderzoeken of de door de rechter verlangde prestatie waaraan de dwangsom als sanctie is verbonden, is verricht; hij heeft niet tot taak de rechtsverhouding zelfstandig opnieuw te onderzoeken. In deze zaak, waarin het gaat om de tenuitvoerlegging van een veroordeling tot voldoening van een dwangsom die is verbonden aan het door het gerecht aan het Land gegeven bevel een concessie aan thans eiseres tot cassatie te verlenen onder door de desbetreffende bestuursorganen te formuleren redelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.