RvdW 2007, 108
Aandelenverkoop: uitleg van in overeenkomst opgenomen ‘indemnification’ voor vennootschapsbelasting; Haviltex-maatstaf. Tegenbewijs; aan tegenbewijs in appel te stellen eisen. 's Hofs oordeel dat in de gegeven omstandigheden als uitgangspunt beslissend gewicht dient te worden toegekend aan de meest voor de hand liggende betekenis van de omstreden woorden in het contract, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting aangaande de wijze waarop de Haviltex-maatstaf in een zaak als deze dient te worden toegepast. Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft het oordeel van het hof — dat het bewijsaanbod met betrekking tot de genoemde getuigen heeft opgevat als een aanbod om aanvullend tegenbewijs te leveren — dat, nu deze getuigen daarover reeds in eerste aanleg zijn gehoord in het kader van het aan eiseres opgedragen tegenbewijs ter zake van hetzelfde bewijsthema, eiseres haar bewijsaanbod nader had dienen toe te lichten, met name door te specificeren dat en waarom zij die getuigen opnieuw wilde doen horen, hetgeen zij heeft nagelaten.
HR 19-01-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ3178 (Meyer Europe/Pont Meyer)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 januari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/266HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AZ3178
- Roepnaam
Meyer Europe/Pont Meyer
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ3178, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑01‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ3178, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2005
Essentie
Aandelenverkoop: uitleg van in overeenkomst opgenomen ‘indemnification’ voor vennootschapsbelasting; Haviltex-maatstaf. Tegenbewijs; aan tegenbewijs in appel te stellen eisen.
's Hofs oordeel dat in de gegeven omstandigheden als uitgangspunt beslissend gewicht dient te worden toegekend aan de meest voor de hand liggende betekenis van de omstreden woorden in het contract, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting aangaande de wijze waarop de Haviltex-maatstaf in een zaak als deze dient te worden toegepast.
Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft het oordeel van het hof — dat het bewijsaanbod met betrekking tot de genoemde getuigen heeft opgevat als een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.