RvdW 2007, 88
Verboden aanvulling feitelijke grondslag vordering. Het staat de rechter niet vrij zijn beslissing te baseren op rechtsgronden of verweren die weliswaar zouden kunnen worden afgeleid uit in het geding gebleken feiten en omstandigheden maar die door de desbetreffende partij niet aan haar vordering of verweer ten grondslag zijn gelegd. Daardoor wordt de wederpartij tekortgedaan in haar recht zich naar behoren te kunnen verdedigen.
HR 12-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ1492
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 januari 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, A. Hammerstein, J.C. van Oven
- Zaaknummer
C05/294HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AZ1492
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ1492, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ1492, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑01‑2007
Essentie
Verboden aanvulling feitelijke grondslag vordering.
Het staat de rechter niet vrij zijn beslissing te baseren op rechtsgronden of verweren die weliswaar zouden kunnen worden afgeleid uit in het geding gebleken feiten en omstandigheden maar die door de desbetreffende partij niet aan haar vordering of verweer ten grondslag zijn gelegd. Daardoor wordt de wederpartij tekortgedaan in haar recht zich naar behoren te kunnen verdedigen.
Partij(en)
[De man], eiser tot cassatie, adv. aanvankelijk mr. G.C. Makkink, thans mr. D. Rijpma,
tegen
[De vrouw], verweerster in cassatie, adv. mr. J. van Duijvendijk-Brand.