TVA 2007, 20
HR, 22-12-2006, nr. C05/260HR
HR 22-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AZ1593, m.nt. H.L.J. Roelvink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 2006
- Magistraten
mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/260HR
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
H.L.J. Roelvink
- LJN
AZ1593
- JCDI
JCDI:ADS875557:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ1593, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1593, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2005
- Wetingang
Essentie
Artikel 1065 lid 1 onder d Rv. Toepassing Nannini-criterium
Samenvatting
Uitsluitend indien een motivering ontbreekt, of indien een arbitraal vonnis zo gebrekkig is dat het met een geheel ongemotiveerd vonnis op één lijn moet worden gesteld, mag de rechter dit vonnis vernietigen op de in art. 1065 lid 1, aanhef en onder d, Rv vermelde grond dat het vonnis niet met redenen is omkleed. Ook al zou moeten worden aangenomen dat arbiters een verkeerde norm tot uitgangspunt van hun beoordeling hebben genomen, dan nog brengt zulks niet mee dat in de motivering van hun vonnis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.