Vp-bulletin 2007, 6
HR, 22-12-2006, nr. 39.261
HR 22-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AQ7098
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
22 december 2006
- Zaaknummer
39.261
- LJN
AQ7098
- JCDI
JCDI:ADS244734:1
- Vakgebied(en)
Financiële dienstverlening (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AQ7098, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AQ7098, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑2006
Essentie
Woonplaatsfictie Successiewet niet in strijd met EG-recht
Uitspraak
Op 9 december 1997 is de vader van belanghebbenden overleden. Erflater, die de Nederlandse nationaliteit bezat, heeft tot 1993 in Nederland gewoond, en nadien — tot aan zijn overlijden — in België. De nalatenschap bestaat geheel uit in België belegd vermogen. Belanghebbenden, allen in Nederland woonachtig, hebben ieder krachtens erfrecht een vijfde gedeelte van zijn nalatenschap verkregen. Van ieder van belanghebbenden is (de tegenwaarde van) ƒ 15 369 aan Belgisch successierecht geheven. De Nederlandse belastingdienst heeft van ieder van hen geheven ƒ 29 633; bij de berekening daarvan is het in België geheven successierecht volledig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.