RvdW 2007, 10
‘Cessie ter incasso’. Een procespartij kan op eigen naam in rechte de vordering van een ander innen indien die ander haar daartoe last heeft gegeven.
HR 15-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ1496
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 december 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/280HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AZ1496
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1496, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ1496, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑12‑2006
Essentie
‘Cessie ter incasso’.
Een procespartij kan op eigen naam in rechte de vordering van een ander innen indien die ander haar daartoe last heeft gegeven.
Partij(en)
J.M.S. Vastgoedadviseurs BV, te Rotterdam, eiseres tot cassatie, adv. mr. E. van Staden ten Brink,
tegen
[Verweerster], te [vestigingsplaats], verweerster in cassatie, adv. mr. M. Ynzonides.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie — verder te noemen: JMS — heeft bij exploot van 24 april 1996 verweerster in cassatie — verder te noemen: [verweerster] — gedagvaard voor de rechtbank te Rotterdam en, kort gezegd, gevorderd voor recht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.