Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 8
Passeren bewijsaanbod. Slagende cassatieklachten tegen beslissing van het hof om voorbij te gaan aan het bewijsaanbod van thans eiser tot cassatie dat hij geen vennoot was van de ten processe bedoelde vennootschap onder firma, maar werknemer van thans verweerster in cassatie.
HR 15-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ1487
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 december 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/264HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AZ1487
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1487, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AZ1487, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2005
Essentie
Passeren bewijsaanbod.
Slagende cassatieklachten tegen beslissing van het hof om voorbij te gaan aan het bewijsaanbod van thans eiser tot cassatie dat hij geen vennoot was van de ten processe bedoelde vennootschap onder firma, maar werknemer van thans verweerster in cassatie.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. S.F. Sagel,
tegen
BBO International BV, te Alphen aan den Rijn, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie — verder te noemen: [eiser] — heeft bij exploot van 24 augustus 2000 verweerster in cassatie — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.