RF 2007, 11
Aansprakelijkheid. Heeft het hof terecht geoordeeld dat verweerder zich beroept op een bevrijdend verweer, waardoor op verweerder de bewijslast rust van niet-schending van de zorgplicht? (Noordnederlands Effektenkantoor)
HR 15-12-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AZ1083
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 december 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/252HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AZ1083
- JCDI
JCDI:ADS872451:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ1083, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑12‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ1083, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2005
- Wetingang
Essentie
Heeft het hof terecht geoordeeld dat verweerder zich beroept op een bevrijdend verweer, waardoor op verweerder de bewijslast rust van niet-schending van de zorgplicht?
Samenvatting
Beleggers gingen met NNEK een vermogensbeheerovereenkomst aan. Beleggingsdoel was het zo spoedig mogelijk op grond van de methode Premselaar behalen van vermogensgroei en/of inkomsten door belegging in (onder andere) lange call opties. Boekte NNEK de eerste maand winst, de maanden daarna boekte zij negatieve resultaten, wat resulteerde in liquidatie van de portefeuille en een groot negatief beleggingsresultaat. Beleggers dagvaardden NNEK en stelden dat NNEK niet de zorg van een redelijk handelend en bekwaam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.