RvdW 2006, 1107
Stuiting verjaring: schriftelijke aanmaning of mededeling als vereist door art. 3:317 lid 1 BW.
HR 24-11-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AZ0418
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 november 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/159HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AZ0418
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ0418, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑11‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ0418, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2006
- Wetingang
BW art. 3:317
Essentie
Stuiting verjaring: schriftelijke aanmaning of mededeling als vereist door art. 3:317 lid 1 BW.
Ingevolge art. 3:317 lid 1 BW wordt de verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis gestuit door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt. Deze omschrijving van de schriftelijke mededeling moet worden begrepen in het licht van de strekking van de stuitingshandeling van deze aard, welke neerkomt op een — voldoende duidelijke — waarschuwing aan de schuldenaar dat hij, ook na het verstrijken van de verjaringstermijn, rekening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.