JOL 2006, 702:Verkeersaansprakelijkheid. Botsing twee motorrijtuigen waarbij niet vaststaat wie door rood licht is gereden. Bewijslast en bewijsrisico eiser; maatstaf aansprakelijkheid: gevaarzettend handelen en mate waarschijnlijkheid ongeval. Eigen schuld: stelplicht en bewijslast; maatstaf. Ingeval bij een aanrijding tussen twee personenauto's vaststaat dat een van beide partijen door rood licht is gereden maar geen van beide partijen in staat is dit te bewijzen, dient bij de beantwoording van de vraag of de ene automobilist aansprakelijk is tegenover de andere te worden uitgegaan van de veronderstelling dat de aansprakelijk gestelde automobilist door groen licht is gereden. Uit die enkele omstandigheid volgt echter niet zonder meer dat aansprakelijkheid ontbreekt: indien gedaagde onmiddellijk voor de aanrijding gevaarzettend heeft gehandeld en daardoor een situatie in het leven heeft geroepen waarin de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval als gevolg van dat handelen zo groot was dat hij zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden, volgt uit de art. 5 WVW en 6:162 BW dat hij wel degelijk aansprakelijk is tegenover eiser. Bij de beantwoording van de vraag of inderdaad aansprakelijkheid is ontstaan, moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen. Indien moet worden geoordeeld dat gedaagde aansprakelijk is, kan vervolgens de vraag aan de orde komen of sprake is van eigen schuld van de benadeelde/eiser; bij de beantwoording van die vraag moet ervan worden uitgegaan dat eiser door groen licht is gereden. Stelplicht en bewijslast van de feitelijke grondslag van een eigen-schuld-verweer rusten immers op gedaagde.