RFR 2007, 2
Alimentatie. Heeft het hof terecht op grond van krenkend gedrag van de jong-meerderjarige dochter de verplichting van haar vader tot het verschaffen van levensonderhoud jegens haar gematigd?
HR 10-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0428
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 november 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/015HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AZ0428
- JCDI
JCDI:ADS871365:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AZ0428, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑11‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AZ0428, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑01‑2005
- Wetingang
BW art. 1:395a; BW art. 1:399
Essentie
Heeft het hof terecht op grond van krenkend gedrag van de jong-meerderjarige dochter de verplichting van haar vader tot het verschaffen van levensonderhoud jegens haar gematigd?
Samenvatting
Het hof heeft de verplichting tot het verschaffen van levensonderhoud van de vader jegens zijn jong-meerderjarige dochter op de voet van art. 1:399 BW gematigd, omdat zij hem krenkend heeft bejegend, in het bijzonder door haar weigering contact met hem te hebben. De dochter komt van dit oordeel in cassatie.
HR: Art. 1:395a BW verplicht ouders te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.