RAR 2007, 3
Afvloeiingsregeling. Dient een sociaal plan te worden uitgelegd op basis van het Haviltex-criterium of aan de hand van de cao-norm?
HR 03-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9701
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 november 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser; A-G Keus
- Zaaknummer
C05/208HR
- LJN
AX9701
- JCDI
JCDI:ADS870400:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX9701, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX9701, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑11‑2006
- Wetingang
BW art. 7:681
Essentie
Dient een sociaal plan te worden uitgelegd op basis van het Haviltex-criterium of aan de hand van de cao-norm?
Samenvatting
In het kader van een reorganisatie heeft de ABN AMRO Bank (verder de bank) met werkneemster afgesproken dat het dienstverband met wederzijds goedvinden per 31 december 2002 wordt beëindigd. Partijen leggen dat vast in een overeenkomst, waarin als beëindigingvergoeding € 62 184,19 bruto is genoemd met een verwijzing naar een met diverse vakbonden overeengekomen sociaal plan (het ‘Deelakkoord’). De bank stelt later met een beroep op een bepaling in dat Deelakkoord dat er een fout is gemaakt. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.