RvdW 2006, 981
Huwelijksgoederenrecht. Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Uitzondering op de hoofdregel van art. 1:94 BW op grond van redelijkheid en billijkheid (wederzijdse dwaling t.a.v. het op het huwelijksvermogensregime toepasselijke recht)? Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
HR 20-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY4029
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/228HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AY4029
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY4029, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY4029, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑10‑2006
Essentie
Partij(en)
[De man], te [woonplaats], eiser tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, adv. mr. W.B. Teunis,
tegen
[De vrouw], te [woonplaats], verweerster in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep, adv. mr. P. Garretsen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie — verder te noemen: de man — heeft bij exploot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.