Ondernemingsrecht 2007, 5
HR, 20-10-2006, nr. C05/069HR: Van Schilt/Jansen
HR 20-10-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AY7916, m.nt. J.B. Wezeman (Van Schilt/Jansen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 oktober 2006
- Zaaknummer
C05/069HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- Noot
J.B. Wezeman
- LJN
AY7916
- Roepnaam
Van Schilt/Jansen
- JCDI
JCDI:ADS878391:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY7916, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑10‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AY7916, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2005
- Wetingang
BW art. 2:248; BW art. 2:392; BW art. 2:393; BW art. 2:394; BW art. 2:397
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Kennelijk onbehoorlijk bestuur, art. 2:248 lid 2 BW. Schending art. 2:394 BW door ontbreken accountantsverklaring bij middelgrote onderneming. Weerlegging vermoeden causaal verband
Uitspraak
Feiten
A BV, een ‘middelgrote’ onderneming in de zin van art. 2:397 BW, handelt in bouwmaterialen. Na het overlijden in 1994 van de bestuurder die financieel en commercieel de onderneming leidde, wordt A BV feitelijk bestuurd door X. In 1995 en 1996 vindt een bedrijfsreorganisatie plaats, gepaard gaand met kosten en afvloeiingsregelingen. Mede door andere tegenslag wordt in 1996 een verlies geleden van ruim ƒ 800 000. In oktober 1997 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.