NJ 2007, 291
Vervolging t.z.v. schending inlichtingenplicht ex art. 47 AWR na navorderingsaanslagen en vergrijpboeten; strijd met ‘una via’-beginsel?; maatstaf.
HR 13-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW2093, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/153HR
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
AW2093
- JCDI
JCDI:ADS114715:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW2093, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW2093, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑05‑2005
- Wetingang
Essentie
Vervolging t.z.v. schending inlichtingenplicht ex art. 47 AWR na navorderingsaanslagen en vergrijpboeten; strijd met ‘una via’-beginsel?; maatstaf.
De vergrijpen waarvoor de inspecteur krachtens art. 67d en 67e AWR boeten kan opleggen en waarop art. 69a AWR betrekking heeft, dienen voor de toepassing van het, mede aan laatstgenoemd artikel ten grondslag liggende ‘una via’-beginsel te worden onderscheiden van de schending van de in art. 47 lid 1 sub a AWR neergelegde algemene verplichting van een belastingplichtige om aan de inspecteur, indien deze daarom vraagt, de gegevens en inlichtingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.