RF 2007, 1
Schadevergoeding. Schadevergoeding voor strafrechtelijke vervolging die in vrijspraak eindigt zonder dat van onschuld is gebleken? (Begaclaim)
HR 13-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV6956 (Begaclaim/Staat)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/024HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AV6956
- Roepnaam
Begaclaim/Staat
- JCDI
JCDI:ADS871081:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV6956, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV6956, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑01‑2005
- Wetingang
BW art. 6:162; Sr art. 225; Sr (oud) art. 336a; Sv art. 27
Essentie
Begaclaim. Schadevergoeding voor strafrechtelijke vervolging die in vrijspraak eindigt zonder dat van onschuld is gebleken?
Samenvatting
De heer X is strafrechtelijk vervolgd voor (onder meer) handel met voorwetenschap in aandelen HCS en — in een afzonderlijke procedure — voor handel met voorwetenschap in aandelen Begemann. Uit HR 27 juni 1995 (NJ 1995, 662) volgt dat het OM bij de vervolging is uitgegaan van een onjuist interpretatie van de wettelijke delictsomschrijving. Vrijspraak volgt in beide procedures waarna X en Begemann een civiele claim indienen tegen — onder meer — de Staat. Hun vorderingen hebben zij overgedragen aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.