RFR 2006, 109
Samenlevingsgoederenrecht. Wat is de uitleg van bepalingen uit een schriftelijk contract?
HR 22-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX1571
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 september 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/124HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AX1571
- JCDI
JCDI:ADS871359:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX1571, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX1571, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑09‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2005
- Wetingang
BW art. 3:33; BW art. 3:35; BW art. 6:248
Essentie
Hoe dienen bepalingen uit een schriftelijk contract te worden uitgelegd?
Samenvatting
Partijen hebben vanaf 1992 gedurende een aantal jaren samengewoond in een woning die de man op 13 april 1992 voor ƒ 200 000 had gekocht. De koopsom is volledig gefinancierd door middel van een hypothecaire geldlening, waarvoor de man en de vrouw zich als hoofdelijk schuldenaar jegens de bank hebben verbonden. De woning is op 16 november 1992 in eigendom overgedragen aan de man. Op 13 november 1992 heeft de man de grond onder het huis en het erf voor ƒ 67 824 gekocht van de gemeente. De overdracht daarvan aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.