RvdW 2006, 864
Arbeidsverhouding tussen instructeur en slipschool arbeidsovereenkomst?; rechtsvermoeden van art. 7:610a BW. Verwerping cassatieklachten niet toepassing van art. 81 RO.
HR 15-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9396
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 september 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/172HR
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
AX9396
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX9396, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX9396, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑09‑2006
Essentie
Arbeidsverhouding tussen instructeur en slipschool arbeidsovereenkomst?; rechtsvermoeden van art. 7:610a BW. Verwerping cassatieklachten niet toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiseres], te [woonplaats], eiseres tot cassatie, adv. mr. A.M. van Kuijeren,
tegen
ANWB BV, te 's‑Gravenhage, verweerster in cassatie, adv. mr. R.A.A. Duk.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie — verder te noemen: [eiseres] — heeft bij exploot van 15 mei 2000 de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB — verder ook te noemen: ANWB — op verkorte termijn gedagvaard voor de kantonrechter te 's-Gravenhage en gevorderd bij vonnis, voorzover mogelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.