RvdW 2006, 735
Verwerping exceptie van (internationale) onbevoegdheid; tussenuitspraak in de zin van art. 337 lid 2 Rv?; tussentijds hoger beroep toegestaan ‘op gronden van processuele doelmatigheid’?
HR 14-07-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV9442
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juli 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/253HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AV9442
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV9442, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑07‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV9442, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑07‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2005
- Wetingang
Rv art. 337
Essentie
Verwerping exceptie van (internationale) onbevoegdheid; tussenuitspraak in de zin van art. 337 lid 2 Rv?; tussentijds hoger beroep toegestaan ‘op gronden van processuele doelmatigheid’?
Een uitspraak in een incident waarin de rechter een beroep op zijn (internationale) onbevoegdheid verwerpt, is een tussenuitspraak. Op grond van art. 337 lid 2 Rv is tussentijds beroep daarvan uitgesloten, tenzij de rechter die uitspraak heeft gedaan anders heeft bepaald. Anders dan het hof heeft geoordeeld kan op deze regel geen uitzondering worden gemaakt ‘op gronden van processuele doelmatigheid’.
Samenvatting
In deze schadevergoedingsprocedure in verband met vervoer per vliegtuig van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.