RF 2006, 2
Kapitaalvermindering. Is er sprake van afbreuk aan rechten als bedoeld in art. 2:99 lid 5 BW indien een bepaalde soort aandelen wordt ingetrokken?
HR 30-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AX6622 (Mellon e.a./Unilever)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 juni 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/107HR (OK 121)
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AX6622
- Roepnaam
Mellon e.a./Unilever
- JCDI
JCDI:ADS871061:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Juridische beroepen / Rechter
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AX6622, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AX6622, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑08‑2005
- Wetingang
BW art. 2:99 lid 5; BW art. 2:345; BW art. 2:349a lid 2; RO art. 81
Essentie
Is er sprake van afbreuk aan rechten als bedoeld in art. 2:99 lid 5 BW indien een bepaalde soort aandelen wordt ingetrokken?
Samenvatting
In 1999 gaf Unilever NV beursgenoteerde cumulatief preferente aandelen uit bij wijze van keuzedividend (aan aandeelhouders die deze aandelen verkozen boven contanten). Statutair werd bepaald dat de cumulatief preferente aandelen na conversie konden worden ingetrokken onder terugbetaling van een nader bepaalde rekenwaarde. In 2005 openbaarde Unilever het voornemen over te gaan tot conversie en vervolgens intrekking (met terugbetaling) van deze aandelen. Enkele houders van cumulatief preferente aandelen Unilever verzochten de Ondernemingskamer een enquête ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.