JOL 2006, 373:Erkenning kind door verwekker: vervangende toestemming rechtbank bij ontbreken toestemming moeder; maatstaf; belangenafweging; onbegrijpelijk oordeel. Bij de beoordeling van een op art. 1:204 lid 3 BW gebaseerd verzoek tot verlening van vervangende toestemming om het kind te erkennen, komt het aan op een afweging van de belangen van de betrokkenen, waarbij tot uitgangspunt dient te worden genomen dat zowel het kind als de verwekker aanspraak erop heeft dat hun relatie rechtens wordt erkend als een familierechtelijke rechtsbetrekking. Door de rechter zullen het belang en de aanspraak van de man op erkenning moeten worden afgewogen tegen de belangen van de moeder en het kind bij niet-erkenning. Onbegrijpelijk oordeel hof dat de belangen van de man te dezen het zwaarst dienen te wegen.