JOL 2006, 362
Faillissementspauliana; samenstel van transacties; benadelingsvereiste. Vóór faillietverklaring door verhuurder beëindigde huurovereenkomst: verplichting curator tot ontruiming?; verplichting curator tot betaling huurpenningen? Vordering wegens ongerechtvaardigde verrijking in weerwil van contractueel beding?; onbegrijpelijk oordeel. Bij de beoordeling van de vraag of, in verband met een beroep op nietigheid van een transactie (i.c. zgn. overwaarde-arrangement) op grond van art. 42 Fw, de transactie deel uitmaakt van een samenstel van samenhangende rechtshandelingen die na afwikkeling daarvan geen benadeling opleveren, is beslissend de bedoeling van alle betrokken partijen, die mede kan blijken uit de inhoud van de desbetreffende rechtshandelingen, de onderlinge afstemming daarvan, mede blijkens de formulering van de daarvan eventueel opgemaakte akten, en de samenhang tussen die rechtshandelingen wat betreft het moment waarop zij tot stand zijn gekomen. Nu de huur van de bedrijfspanden nog voor de faillietverklaring van de huurder door de verhuurder zelf is beëindigd, is de curator geen huurpenningen verschuldigd geworden die op grond van art. 39 lid 1 Fw een boedelschuld zouden kunnen opleveren. De verplichting van de.gefailleerde als voormalig huurder om de bedrijfspanden te ontruimen was geen verplichting van de curator, omdat een faillissementscurator niet buiten de in de wet aangewezen gevallen in de verplichtingen van de gefailleerde treedt. Slagende motiveringsklacht tegen 's hofs oordeel dat het in de algemene voorwaarden van huurovereenkomst voorkomende beding dat de verhuurder bij het einde van de huurovereenkomst geen enkele vergoeding verschuldigd is voor niet verwijderde zaken, een vordering wegens ongerechtvaardigde verrijking van de huurder resp. haar faillissementscurator niet uitsluit.
HR 09-06-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU9234 (Smit/Van Hees)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juni 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C05/132HR
- Conclusie
A-G Timmerman
- LJN
AU9234
- Roepnaam
Smit/Van Hees
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Insolventierecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU9234, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑06‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU9234, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2005
Essentie
Faillissementspauliana; samenstel van transacties; benadelingsvereiste. Vóór faillietverklaring door verhuurder beëindigde huurovereenkomst: verplichting curator tot ontruiming?; verplichting curator tot betaling huurpenningen? Vordering wegens ongerechtvaardigde verrijking in weerwil van contractueel beding?; onbegrijpelijk oordeel.
Bij de beoordeling van de vraag of, in verband met een beroep op nietigheid van een transactie (i.c. zgn. overwaarde-arrangement) op grond van art. 42 Fw, de transactie deel uitmaakt van een samenstel van samenhangende rechtshandelingen die na afwikkeling daarvan geen benadeling opleveren, is beslissend de bedoeling van alle betrokken partijen, die mede kan blijken uit de inhoud van de desbetreffende rechtshandelingen, de onderlinge afstemming daarvan, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.