RvdW 2006, 450
Pachtzaak. Bevoegde rechter. Ambtshalve onbevoegdverklaring met verwijzing naar of door de pachtrechter; verwijzing naar rechter van gelijke rang; geen hogere voorziening; gebondenheid rechter naar wie is verwezen. Termijn hoger beroep.
HR 28-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV0050
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 april 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/053HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AV0050
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht / Pachtrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV0050, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑04‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV0050, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑04‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑01‑2005
- Wetingang
Essentie
Pachtzaak. Bevoegde rechter. Ambtshalve onbevoegdverklaring met verwijzing naar of door de pachtrechter; verwijzing naar rechter van gelijke rang; geen hogere voorziening; gebondenheid rechter naar wie is verwezen. Termijn hoger beroep.
Een rechter die oordeelt dat een pachtzaak bij hem is aangebracht tot behandeling en beslissing waarvan hij niet bevoegd is, moet zich, zo nodig ambtshalve, onbevoegd verklaren en dient de zaak te verwijzen naar de pachtrechter; omgekeerd dient de pachtrechter bij wie een niet-pachtzaak is aangebracht zich, zo nodig ambtshalve, onbevoegd te verklaren en de zaak te verwijzen naar de tot behandeling en beslissing van die zaak bevoegde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.