JOL 2006, 281
Pachtzaak. Bevoegde rechter. Ambtshalve onbevoegdverklaring met verwijzing naar of door de pachtrechter; verwijzing naar rechter van gelijke rang; geen hogere voorziening; gebondenheid rechter naar wie is verwezen. Termijn hoger beroep. Een rechter die oordeelt dat een pachtzaak bij hem is aangebracht tot behandeling en beslissing waarvan hij niet bevoegd is, moet zich, zo nodig ambtshalve, onbevoegd verklaren en dient de zaak te verwijzen naar de pachtrechter; omgekeerd dient de pachtrechter bij wie een niet-pachtzaak is aangebracht zich, zo nodig ambtshalve, onbevoegd te verklaren en de zaak te verwijzen naar de tot behandeling en beslissing van die zaak bevoegde rechter. Een zodanige verwijzing naar of door de pachtrechter is een verwijzing naar een rechter van gelijke rang. Aangenomen moet worden dat tegen een uitspraak die een zodanige beslissing bevat, geen hogere voorziening openstaat en dat de rechter naar wie de zaak is verwezen, aan die verwijzing is gebonden. Een hoger beroep dat zich richt tegen een vonnis van de rechtbank dient te worden ingesteld binnen de in art. 339 lid 1 Rv gestelde termijn.
HR 28-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV0050
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 april 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C05/053HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AV0050
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV0050, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑04‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV0050, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑04‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑01‑2005
Essentie
Pachtzaak. Bevoegde rechter. Ambtshalve onbevoegdverklaring met verwijzing naar of door de pachtrechter; verwijzing naar rechter van gelijke rang; geen hogere voorziening; gebondenheid rechter naar wie is verwezen. Termijn hoger beroep.
Een rechter die oordeelt dat een pachtzaak bij hem is aangebracht tot behandeling en beslissing waarvan hij niet bevoegd is, moet zich, zo nodig ambtshalve, onbevoegd verklaren en dient de zaak te verwijzen naar de pachtrechter; omgekeerd dient de pachtrechter bij wie een niet-pachtzaak is aangebracht zich, zo nodig ambtshalve, onbevoegd te verklaren en de zaak te verwijzen naar de tot behandeling en beslissing van die zaak bevoegde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.