JOL 2006, 279
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap: vernietigbaarheid verdeling wegens dwaling omtrent waarde op voet art. 3:196 BW; vereisten; geen overeenkomstige toepassing algemene regeling inzake dwaling. Het hof heeft miskend dat voor de door de vrouw nagestreefde vernietiging van de verdeling op grond van art. 3:196 BW niet is vereist dat is voldaan aan de voorwaarde van art. 6:228 lid 1 onder b BW. Bepalend voor de vernietiging van een verdeling op grond van art. 1:196 BW is slechts of de partij die vernietiging nastreeft, toen zij instemde met de verdeling van de gemeenschap heeft gedwaald omtrent de waarde van de in de verdeling betrokken goederen en daardoor voor meer dan een vierde is benadeeld.
HR 28-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV8719
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 april 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
C05/027HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AV8719
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV8719, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑04‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV8719, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑04‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑01‑2005
Essentie
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap: vernietigbaarheid verdeling wegens dwaling omtrent waarde op voet art. 3:196 BW; vereisten; geen overeenkomstige toepassing algemene regeling inzake dwaling.
Het hof heeft miskend dat voor de door de vrouw nagestreefde vernietiging van de verdeling op grond van art. 3:196 BW niet is vereist dat is voldaan aan de voorwaarde van art. 6:228 lid 1 onder b BW. Bepalend voor de vernietiging van een verdeling op grond van art. 1:196 BW is slechts of de partij die vernietiging nastreeft, toen zij instemde met de verdeling van de gemeenschap heeft gedwaald omtrent de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.