FJR 2006, 93
HR, 21-04-2006, nr. C04/196HR
HR 21-04-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU8938, m.nt. I.J. Pieters
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2006
- Zaaknummer
C04/196HR
- Noot
I.J. Pieters
- LJN
AU8938
- JCDI
JCDI:ADS877823:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU8938, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU8938, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2006
- Wetingang
BW art. 3:166
Essentie
Verdeling overwaarde gemeenschappelijke woning; nominaliteits- of beleggingsleer?; art. 3:166 BW
Uitspraak
Feiten
Partijen zijn van 21 september 1988 tot 10 augustus 2000 gehuwd geweest onder huwelijkse voorwaarden welke een gemeenschap van vruchten en inkomsten inhielden. Zij zijn op 31 augustus 1992 gezamenlijk en ieder voor de helft eigenaar geworden van een woning. Op grond daarvan bestaat tussen hen een ten opzichte van de gemeenschap van vruchten en inkomsten afzonderlijke gemeenschap met betrekking tot de woning. De koopprijs van de woning bedroeg ƒ 454 000. Voor de aankoop van de woning heeft de vrouw ƒ 330 000 uit haar privé-vermogen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.