RvdW 2006, 313
Wet Bopz. Verzoek machtiging tot voortgezet verblijf; psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in art. 1 lid 1 onder h Wet Bopz. Voorwaardelijke machtiging?; art. 14a lid 4 juncto art. 8a Wet Bopz.
HR 24-03-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU8186
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R05/150HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AU8186
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU8186, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑03‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU8186, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2006
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Verzoek machtiging tot voortgezet verblijf; psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in art. 1 lid 1 onder h Wet Bopz. Voorwaardelijke machtiging?; art. 14a lid 4 juncto art. 8a Wet Bopz.
De rechtbank is ten onrechte ervan uitgegaan dat betrokkene reeds in een psychiatrisch ziekenhuis verbleef nu de woonvoorziening waar betrokkene verbleef niet door de minister is aangemerkt als psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in art. 1 lid 1 onder h Wet Bopz; daaraan doet niet af dat de rechtbank is afgegaan op de ten tijde van haar beschikking nog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.