JOL 2006, 151
Cassatie; beroep op niet-ontvankelijkheid wegens ontbreken belang; verweer ten principale. Huur woonruimte; ‘duurzame gemeenschappelijke huishouding’ in de zin van 7A:1623h (oud), thans art. 7:267 BW; maatstaf duurzaamheid; stelplicht.
HR 10-03-2006, ECLI:NL:HR:2006:AU6932 (Hooft/Woningstichting Rochdale)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 maart 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/338HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AU6932
- Roepnaam
Hooft/Woningstichting Rochdale
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AU6932, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AU6932, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑03‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑11‑2004
Essentie
Cassatie; beroep op niet-ontvankelijkheid wegens ontbreken belang; verweer ten principale. Huur woonruimte; ‘duurzame gemeenschappelijke huishouding’ in de zin van 7A:1623h (oud), thans art. 7:267 BW, maatstaf duurzaamheid; stelplicht.
Het verweer van thans verweerster in cassatie dat thans eisers tot cassatie geen belang hebben bij het cassatieberoep (onder meer op de grond dat de beoogd medehuurder verzuimd heeft om na het overlijden van de hoofdhuurster op de voet van art. 7A:1523h lid 6 (oud), thans art. 7:267 lid 6 BW tijdig de rechter te vragen te bepalen dat hij de huur voortzet) is geen exceptief verweer als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.