RN 2006, 35
Huwelijksvermogensrecht. Komen rentebetalingen als kosten der huishouding ex art. 1:84 lid 1 BW voor verrekening als onverteerd inkomen in aanmerking? Hoe moet afgerekend worden, als partijen met onverteerd inkomen de hypotheek hebben afgelost?
HR 27-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU5698
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C04/329HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AU5698
- JCDI
JCDI:ADS871910:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU5698, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU5698, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑11‑2004
- Wetingang
BW art. 1:132 e.v.
Essentie
Komen rentebetalingen als kosten der huishouding ex art. 1:84 lid 1 BW voor verrekening als onverteerd inkomen in aanmerking? Hoe moet afgerekend worden, als partijen met onverteerd inkomen de hypotheek hebben afgelost?
Samenvatting
Partijen zijn op huwelijkse voorwaarden gehuwd. Zij hebben elke gemeenschap uitgesloten en bepaald dat de kosten der huishouding in verhouding tot ieders zuivere inkomsten zullen worden betaald en gedragen. Daarnaast is een Amsterdams verrekenbeding overeengekomen. Tijdens huwelijk is aan de man de echtelijke woning geleverd. De koopsom is gefinancierd met een hypothecaire geldlening. Het Hof 's‑Hertogenbosch oordeelde dat de waarde van de woning, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.